Success cardanfiets: historie en restauratie

Artikel uit uitgave 4, 2007

In mijn artikel over verende fietsen noemde ik de verende fiets van de Amerikaanse fabrikant Pierce. In dit artikel ga ik dieper in op deze fiets en de restauratie van het exemplaar dat ik in juni 2006 via Marktplaats gekocht heb. Op Marktplaats staat tussen alle rommel af en toe ook wel eens een bijzondere fiets. In de advertentie stond de volgende tekst:

“Te koop een museum stuk uit het jaar 1895. Cardanfiets met bladveren als voorvork achter onder het zadel kleine schokbreker en carbidlamp. Merk Success (H.G.A. Ackmann Zwolle). Komt uit een verzameling. 40 jaar in mijn bezit.”

Eerst dacht ik dat dit geen fiets van Ackmann kon zijn, omdat Ackmann het bedrijf van Klaas Baving uit Zwolle pas in 1912 had overgenomen (zie De Oude Fiets 2001/3). Ik heb de eigenaar gebeld voor informatie en heb toen gelukkig snel besloten om zaken te doen. Ik ben nog steeds blij met dat besluit omdat het echt een fiets met Zwolse historie bleek te zijn. Ook bleek ik achteraf net op tijd te zijn geweest. De volgende dag vertelde de eigenaar me dat er 10 minuten later iemand anders belde die meer wilde bieden. Ik heb de fiets de volgende dag meteen opgehaald in Brabant. De eigenaar was een motorverzamelaar die de fiets 40 jaar geleden samen met een aantal motorfietsen van een verzamelaar had gekocht. De oorspronkelijke eigenaar was niet meer te achterhalen.

De geschiedenis van deze fiets
De Amerikaanse fabrikant Pierce-Arrow uit Buffalo ontwikkelde eind 19e eeuw een verende fiets die zowel met ketting en als met cardan-aandrijving werd geleverd. Pierce is vooral bekend geworden door het bouwen van luxe auto’s, maar heeft ook fietsen gemaakt. Op het balhoofd van deze fiets zit een type plaatje waarop de patenten zijn vermeld. Het eerste patent is van 28 april 1885 en het laatste van 10 mei 1898. Deze fiets heeft een zuigerveer in de staande achtervork en een verende voorvork die bestaat uit twee met elkaar verbonden veerstalen delen. De torsie van de verende achtervork wordt opgevangen door een draaipunt in het cardan-gedeelte.

Van Gertjan Moed van het Velorama heb ik een kopie van de Pierce-Arrow catalogus uit 1900 gekregen. Volgens deze catalogus kostte deze fiets met kettingaandrijving 55 dollar, en met cardan-aandrijving 75 dollar. Deze fiets werd in Nederland geïmporteerd door Klaas Baving uit Zwolle. Hij verkocht deze fiets onder de merknaam ‘Success’. Klaas Baving is in 1898 begonnen met een importbedrijf van fietsen. Een meer uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van dit bedrijf is te vinden in De Oude Fiets 2001/3.

Baving importeerde fietsen uit Amerika en ook uit Duitsland. Hij verkocht deze fietsen onder een eigen merk. Merken van Klaas Baving waren o.a. Welcome, Express, Perfection en Success.
Klaas Baving adverteerde veel in de ANWB Kampioen. Hierin zijn veel verschillende mooi vormgegeven advertenties van hem te vinden. Van in ieder geval één advertentie is bekend dat hij dezelfde afbeelding gebruikte waarmee Pierce-Arrow in Amerika adverteerde. In 1912 verkocht Baving zijn zaak aan H.G.A. Ackmann. Deze bleef dezelfde merken verkopen en deponeerde in 1912 ook nog het merk Baving Rijwielen. De balhoofdplaatjes van Welcome, Express en Succes behielden dezelfde vorm, alleen stond er nu onder “Specially made for H.G.A. Ackmann Zwolle” in plaats van “Specially made for Klaas Baving Zwolle”. In het fietsmuseum Velorama zijn twee catalogi van Ackmann uit 1913 en 1914 aanwezig (zie afbeelding titelblad). In deze catalogi staat de Success cardanfiets echter niet afgebeeld. Dit is wel vreemd omdat in het boek “Een halve eeuw wielersport”van G.J.M. Hogenkamp uit 1916 een advertentie van Ackmann is opgenomen waarin hij adverteert met Success Acatene Cushion Rijwielen.

Het framenummer van mijn fiets is 74696. Ik heb aan de hand van dit framenummer het bouwjaar niet kunnen achterhalen. Navraag bij de National Bicycle History Archive of America heeft ook geen resultaat gehad. Men e-mailde mij dat men geen framenummer overzicht van Pierce fietsen had. Pierce is volgens hen ergens in de jaren ‘10 gestopt met de productie van dit type rijwielen. Het exemplaar dat ik gekocht heb zal dus wel ergens uit de jaren ’10 zijn. Zolang er geen framenummer overzicht is zal ik het bouwjaar niet kunnen achterhalen.

De restauratie
Van de fiets zoals ik hem kocht waren het stuur, zadel, trappers en voorwiel niet origineel. Het voorspatbord hoorde er ook niet op. De fiets werd volgens de catalogus zonder voorspatbord geleverd. De bagagedrager werd niet standaard door Pierce geleverd maar zal waarschijnlijk wel door Ackmann als extra accessoire op de fiets zijn gezet. Het is een oud type ‘pakjesdrager’ uit die tijd. De fiets ziet er verder nog origineel uit. De originele lak was voor een deel aanwezig en een aantal transfers waren nog gedeeltelijk te lezen. Eén daarvan is de transfer van Pierce-Arrow met de pijl er doorheen afgebeeld. De fiets was gelukkig niet overgeschilderd. Het nikkel was nog deels aanwezig, weggesleten of afgebladderd. Dit laatste vooral op de voorvork.Eerst moet je een keuze maken hoe je de fiets wil restaureren. Ik ben een sterke voorstander van het zo origineel mogelijk laten van een oude fiets. Opnieuw lakken doe ik liever niet. Ik doe dit alleen als er helemaal geen lak meer over is. Van mij mag een oude fiets er best oud uitzien en is “als nieuw” restaureren geen optie. Hieronder geef ik aan wat ik met de verschillende onderdelen heb gedaan:

–   In de eerste plaats heb ik alles zoveel mogelijk gedemonteerd en schoongemaakt. Alleen het cardan-gedeelte heb ik niet gedemonteerd omdat ik bang was dat ik het niet meer in elkaar kreeg. De cardan aandrijving werkt nog goed.
–   De lak: op een aantal delen van het frame was de lak geheel verdwenen. Hier heb ik met een staalborstel de roest verwijderd en die delen met sterk verdunde zwarte lak “zwart gemaakt”. De delen waar nog lak aanwezig was heb ik zo gelaten. Omdat de roestige delen nu ook zwart zijn ziet de fiets er iets gaver uit zonder dat de originele lak verwijderd of overgeschilderd is. Je schijnt dit soort roestige delen ook goed te kunnen behandelen met ouderwetse kachelpoets, dat moet ik nog eens uitproberen.
–   De voorvork: met een roterende staalborstel heb ik de losse roest en losse nikkelbladders er afgeborsteld. Je houdt dan een combinatie van ijzer en nikkelresten over.
–   Overige nikkelen delen (cracks, achtervork met zuigerveer) met Brillo schoongemaakt.
–   Achterwiel: het nikkel van de velg was er vrijwel af, deze velg heb ik ook met een roterende staalborstel en losse staalborstel schoongemaakt.
–   Het Success balhoofdplaatje was gelukkig nog aanwezig. Dit zat wel een beetje los. Ik heb het er afgehaald en opnieuw met zelfgemaakte koperen nageltjes vastgezet. Die nageltjes maak ik van een afgezaagd stukje van koperen spijkertjes die net krap in de gaatjes passen. Ik ruw ze op met een scherp mesje zodat ze goed klemmen. Opvallend was dat het plaatje iets scheef op het balhoofd zat. Toen ik het er afhaalde bleek hoe dat kwam. De oorspronkelijke gaatjes van het Pierce plaatje waren nog aanwezig. Door de vorm van het Success plaatje heeft Ackmann moeten kiezen. Of de gaatjes van het Pierce plaatje bleven er onder zichtbaar, of hij zette het plaatje iets scheef zodat de gaatjes afgedekt werden. Blijkbaar koos hij voor de laatste oplossing.

Vervolgens ging ik op zoek naar een geschikte vervanging van de ontbrekende onderdelen. Zoiets neemt altijd veel tijd in beslag. Voor mij ongeveer een jaar. Wat ik nodig had waren een stuur, zadel, trappers en voorwiel. Ik vind het bij de restauratie van zo’n fiets niet zo’n punt als je geen originele onderdelen meer kan vinden. Dat is bij zo’n bijzonder type fiets ook erg moeilijk. Ik vind het wel belangrijk dat de onderdelen passen bij de fiets. Dat betekent dat ze wel ongeveer uit die tijd moeten zijn en vooral ook ongeveer in dezelfde staat moeten zijn. Ik heb dus liever een niet origineel stuur dat erg lijkt op het origineel en vrijwel in dezelfde staat verkeerd, dan een nog splinternieuw nagemaakt stuur. Voor deze fiets moest ik dus onderdelen hebben die er flink gebruikt uitzagen, net als de fiets zelf. Bij zo’n restauratie is het ook belangrijk dat je alles goed documenteert zodat latere eigenaren ook weten wat er met de fiets gebeurd is. Ik heb een mapje waar ik van elke fiets dit soort gegevens bewaar.

Het voorwiel heb ik als volgt opgelost. Pierce fietsen hadden een voorwiel met nikkelen velg en een New Departure naaf. Het originele achterwiel met New Departure terugtrapnaaf was nog aanwezig, maar het voorwiel ontbrak jammer genoeg. Nu lijkt een New Departure naaf erg op een Gazelle naaf uit de jaren ’20, ze hebben allebei ongeveer dezelfde vorm. Ik had nog een Gazelle voorwiel liggen dat heel geschikt was omdat deze in ongeveer de zelfde roestige staat verkeerde als het nog wel originele achterwiel. Alleen zijn de spaken van dit Gazelle wiel iets dikker. Ik heb dit wiel gebruikt. Voor het zadel heb ik een Christy zadel gebruikt dat ik van Otto Beaujon heb kunnen overnemen. Dit is een zadel ongeveer uit die tijd, dat heel mooi op deze fiets past. En dan nog de trappers. Op de onderdelenmarkt van de IVCA rallye in Oirschot waren volgens deskundigen twee originele trappers te koop. Dit waren ijzeren trappers, maar ik vond deze niet mooi bij de fiets passen (ook waren ze nogal prijzig). Ik denk dat het heel goed mogelijk is dat Ackmann er in 1912 Nederlandse trappers op heeft gezet. Ik heb dus uiteindelijk twee oude jaren ’20 trappers met crèmekleurige Vredestein rubbers gebruikt die ik zelf nog had liggen.

Voor het stuur wist ik aanvankelijk geen oplossing. Pierce gebruikte namelijk sturen die afwijken van de sturen die je op oude Nederlandse fietsen ziet. Zo’n stuur is erg moeilijk te vinden. Uiteindelijk kreeg ik op de motorbeurs in Hardenberg een goed idee. Daar lagen namelijk oude Solex sturen. Die hebben vrijwel dezelfde vorm als het Pierce stuur no. 218 links boven op de afbeelding uit de catalogus uit 1900. Ik heb zo’n stuur met enigszins aangetast chroom gekocht en met zoutzuur het chroom verwijderd zodat het nikkel overbleef (zie De Oude Fiets 1995/2). Het resultaat is een mooi bijpassend nikkelen stuur.

Ik twijfel tot nu toe nog over wat ik met de oorspronkelijk aanwezige pakjesdager zal doen. Die is er waarschijnlijk door Ackmann als extra accessoire opgezet. Ik vind de fiets zonder pakjesdrager mooier, daarom heb ik hem er tot nu toe niet opgezet.

Ten slotte nog twee oude Vredestein spekbanden er op en klaar is de fiets. Daar staat weer een mooi stukje Amerikaans/Zwolse fietsgeschiedenis.

Theo de Kogel