Inleiding
Naar aanleiding van het artikel in de Oude Fiets 2003/1 heb ik verder onderzoek gedaan naar Philips rijwielverlichting. Ik ben op 6 juni 2003 op bezoek geweest bij het Philips bedrijfsarchief in Eindhoven. Dit heeft allerlei interessant materiaal opgeleverd.
Philips heeft sedert 1965 een historisch archief. In dit bedrijfsarchief bevinden zich twee mappen met rijwielgegevens (dossier 817.6 rijwielaccessoires). Verder ook een doos met tientallen foto’s van door Philips gemaakte modellen. Het dossier is samengesteld uit allerlei materiaal dat door afdelingen en personen beschikbaar is gesteld. Het is dus zeker niet volledig. Veel materiaal is in het verleden weggegooid. Dit is natuurlijk niet verwonderlijk voor een bedrijf dat enorm veel heeft geproduceerd. Verder is er in de oorlog een bom op het Philips complex gevallen waardoor een historische verzameling verloren is gegaan.
Het begin van de Philips rijwielverlichting
In het Philips bedrijfsarchief bevindt zich een handgeschreven briefje dat melding maakt van het eerste prille begin van de productie:
‘Door Lohman van de werkplaats natlab is eind 1934 een zeer kleine rijwieldynamo gemaakt met het idee iets met geringe kostprijs te krijgen. In de ontwerpgroep Voorhoeve is daarna ƒ 25.000,- uitgegeven aan de ontwikkeling van een veel duurder type.’
Philips presenteerde in september 1935 dit eerste model in het bedrijfsblad ‘In en Om’. Dit was de kanteldynamo van de typen 7404 en 7406.
Philips op de markt
In een van de twee mappen uit het Philips dossier bevinden een aantal marktverkenningen die inzicht geven in de Nederlandse markt voor rijwielverlichting en het aandeel van Philips hierin. De volgende tabel geeft een samenvatting van deze marktverkenningen.
Jaar |
Import |
Productie Nederland |
Productie Philips |
1936 |
453.000 |
|
|
1937 |
525.000 |
|
61.000 |
1938 |
459.000 |
|
31.776 |
1939 |
430.000* |
220.000 |
44.383 |
1940 |
|
391.758 |
190.249 |
1941 |
|
348.329 (zonder leko) |
237.861 |
*deze import bestond uit 324.000 uit Duitsland, 98.000 uit Zwitserland en 8.000 diversen |
Na de oorlog groeide de productie van Philips sterk. Het bedrijf sprong toen in het gat dat ontstaan was omdat de Duitse fabricage stil lag.
Op 17-3-1946 werd binnen het concern een nota met een voorstel tot uitbreiding van de fabricage van rijwiellantaarns te Eindhoven besproken.
In deze nota werd voorgesteld de productie uit te breiden van 400.000 in 1946 naar 1.500.000 per jaar (kappen en dynamo’s). De nota gaf gedetailleerd aan hoeveel materiaal, machines en personeel nodig waren voor deze uitbreiding. Voor de uitbreiding was onder andere 225 man extra personeel nodig. In deze nota stond de volgende motivering voor de uitbreiding:
‘De markt was voor de oorlog grootendeels in handen van Duitschland (naar schatting 90%). Door de gebeurtenissen in de laatste jaren zijn de Duitsers momenteel van de markt verdwenen en van die omstandigheden willen wij profiteren. De concurrentie zal in ieder geval over eenige jaren terugkeeren maar wij moeten er voor zorgen voor die tijd vast in de markt te zitten.’
|

Testbank met dynamo’s. De voorste dynamo is van Bosch.
|
De productie van dynamo’s was door deze uitbreiding in 1948: 1.400.000, waarvan 250.000 voor de Nederlandse markt en de rest voor de buitenlandse markt. Van de 1.150.000 voor de buitenlandse markt werd de helft in buitenlandse fabrieken gemaakt. Philips had fabrieken waar rijwielverlichting gemaakt werd in Australië, Denemarken, Engeland en België. De Belgische fabriek stond in Leuven.
In Nederland kom je nu zowel Philips lampen tegen met de vermelding ‘made in Holland’ als ‘made in Belgium’. Ik heb zelf nooit een lamp gezien die in een van de andere landen is gemaakt maar er zullen er over de hele wereld vast wel veel zijn.
Voor de oorlog werden tussen de fabrikanten van rijwielverlichting onderling afspraken gemaakt over de verdeling van de markt. In het Philips archief zit het verslag van een bespreking tussen de Nederlandse fabrikanten van rijwielverlichting over de verdeling van de markt op 23 maart 1939 in Hotel Terminus. Hieruit blijkt dat Philips een fors marktaandeel had.
Bij overschrijding van dit percentage volgde er een boete. Bij deze bespreking werd ook het invoercontingent voor de Duitsers bepaald. Dit bestond uit 350.000 dynamo’s en 350.000 kappen.
Naam volgens verslag |
Verdelings-
percentage |
Bedrijf |
Van Avermaete |
13,5 % |
Leon van Avermaete, Den Haag |
Koot |
8,75 % |
OPTO Bilthoven |
Leko |
18,5 % |
Leko Utrecht |
Philips |
26,5 % |
Philips Eindhoven |
Producta |
16,25 % |
NV Electr. app. fabr. Producta Amsterdam |
TMI |
16,5 % |
NV Tegelensche Metaalwaren Industrie |
Het einde van de productie
In het Philips bedrijfsarchief zit geen duidelijk stuk dat het officiële einde van de productie weergeeft. In een verslag aan de directie van november 1955 kan je wel zien dat het einde nabij is. In het verslag staat dat de verkopen deze periode 107.000 stuks achter gebleven zijn op de planning. De planning was 383.000 stuks, gerealiseerd is 276.000 stuks. Het verslag zegt het volgende over de oorzaken:
Holland: als gevolg van zeer grote kwaliteitsmoeilijkheden in de afgelopen jaren heeft Philips bij de rijwielhandel een slechte reputatie. Deze weerstand te overwinnen is een zeer moeizame taak en het gelukt slechts langzaam om met de nieuwe dynamo type RV 3010 welke in februari 1955 op de markt werd geïntroduceerd het vertrouwen te herwinnen.
België: Ook hier ondervinden we de nasleep van onze vroegere kwaliteitsmoeilijkheden.
Export: We hebben in toenemende mate te kampen met Japanse export.
De laatste foto uit het foto archief is uit 1956. Vermoedelijk is dit het laatste productiejaar geweest. Philips heeft dus tussen 1935 en 1956, in totaal 21 jaar rijwielverlichting gemaakt. Dit is een relatief korte periode in de geschiedenis van dit bedrijf dat al meer dan 100 jaar bestaat.
Merken
Philips heeft nooit rijwielverlichting onder eigen naam geproduceerd. De oorzaak hiervan blijkt uit een brief uit 1946 van de directeur van de afdeling lichtapparaten en kleine apparaten aan de octrooiafdeling. Uit deze brief blijkt dat er een overeenkomst was met firma J&A Phillips Ltd. Birmingham. Deze overeenkomst hield in dat Philips niet onder eigen naam fietslampen zou maken maar onder de naam Philidyne. De directeur van de afdeling licht apparaten & kleine apparaten constateert dat er een toenemende weerstand is tegen het merk Philidyne en Streamlite. Men wil het eigen merk Philips gaan voeren. De directeur dringt er op aan om de onderhandelingen met Phillips te heropenen.
Behalve het zeer bekende Philidyne heeft Philips ook een aantal andere merknamen gevoerd. Dit zijn in ieder geval: Streamlite, Celesta (zie advertentie), Pope (Productieoverschot Philips Eindhoven), Noblita en Vitadyne (in mijn eigen verzameling heb ik een dynamo van het type RV 3010).
Modellen
Hieronder geef ik een overzicht van de door Philips geproduceerde modellen. Dit is een actualisatie van het overzicht in de Oude Fiets 2003/1. Het overzicht is grotendeels samengesteld aan de hand van folders en foto’s uit het Philips bedrijfsarchief aangevuld met eigen materiaal. In het bedrijfsarchief bevindt zich een doos met tientallen foto’s. Deze geven echter geen compleet overzicht van de door Philips gemaakte modellen. Op deze foto’s staat alleen een datum van opname. Er ontbreekt andere informatie over het gefotografeerde product. Bij het bekijken van deze foto’s bleek dat hier nogal wat foto’s van apparaten van de concurrentie bij zitten waardoor het niet altijd duidelijk is wat er nu door Philips is gemaakt. Zo waren er verschillende foto’s van naafdynamo’s aanwezig. Waarschijnlijk is Philips wel bezig geweest met onderzoek hiernaar, maar is het nooit tot de productie van een eigen naafdynamo gekomen.
|
Advertentie 1936 (boven). De eerste dynamo was de kanteldynamo in type 7404 (4 volt) en 7406 (6 volt). Hierbij hoorden de bakelieten koplamp type K en de verchroomde of gelakte koplampen van de typen L/M en P/R en het bakelieten achterlicht van het type 7301.

Advertentie 1937 (boven). Een zware dynamo (695 gram) van het type 7405 (6 volt), 7408 (8 volt) en 7410 (10 volt) en een lichtere (365 gram) van het type 7403. De bijbehorende koplampen hadden nog niet het verklikkerglaasje met Philips logo boven op de lamp. Het achterlicht van type A was net als de koplampen zowel in verchroomde als gelakte uitvoering verkrijgbaar.
De op deze afgebeelde lampen zijn zeldzaam. Ik heb alleen het type Z wel eens gezien. Wellicht komt dit omdat deze modellen maar kort in productie zijn geweest.
|
 |
De bekende Philips lamp met het verklikkerglaasje met Philips logo boven op de lamp werd al in 1938 ontwikkeld (de bovenste foto is uit 1938). In het begin werd deze verkocht met de dynamo van het type 7403, die ook op deze foto staat. Dit type werd gemaakt in verschillende uitvoeringen; o.a. de typen D (nrs. 1 en 2 in de onderste afbeelding) en H (nrs. 3 en 4). Er was ook nog een type B dat in formaat tussen D en H in zat. Deze modellen zijn tot in de jaren ’50 in productie gebleven. Dit is dan ook de meest algemene Philips lamp. |
|
Deze koplamp uit vermoedelijk eind jaren ’40 heeft kunststof glas en een rode sierstrip boven op de lamp (type 20GC). Hij is hier afgebeeld met de bekende dynamo van het type 7422. |
 |
|
 |
De sportkap uit de jaren ’50. De bovenste foto is uit 1954. In het archief zit ook een foto van dit model met een boller glas uit 1949. De onderste foto is uit 1956. |
|
Verchroomde gestroomlijnde lamp. De bovenste foto is van 1953 uit het Philips bedrijfsarchief, de foto eronder van een exemplaar uit mijn eigen verzameling. Ik ken hier geen folders van. Wellicht is dit type niet echt in productie geweest. |
 |
|
 |
De opvolger van de dynamo van het type 7403 was de 7422. Dit is de meest geproduceerde Philips dynamo. Deze foto links is uit 1939. De rechter dynamo op deze foto is waarschijnlijk het prototype van de 7422. Links daarvan zijn de twee oudere types van 1937 afgebeeld. |
|
Na de oorlog zijn er nog diverse andere typen dynamo’s geproduceerd waarvan de juiste data mij niet bekend zijn. De bekendste is het type 7435 (links), die hier naast type 7422 is afgebeeld . Op deze afbeelding staan diverse typen waar ik foto’s van heb gevonden. Ze zijn allemaal van na 1940. Het is mij niet duidelijk of de hieronder afgebeelde typen zoals Pope en Streamlite ook onder de eigen merknaam Philidyne zijn verkocht. |
 |
|
 |
Pope dynamo, 1952 |
|
 |
Onbekend type dynamo met verdikte randen, 1943 |
|
 |
Streamlite set, 1940 |
|
 |
Noblita dynamo en koplamp, 1939 |
|
 |
In 1956 werd de laatste door Philips geproduceerde dynamo van het type RV3010 geïntroduceerd. |
|
In het Philips archief zijn verschillende foto’s aanwezig waarvan het niet duidelijk is of dit nu prototypen of echt geproduceerde modellen zijn. Deze stammen uit 1939. Ik vermoed zelf dat het prototypen zijn en dat dit uiteindelijk geleid heeft tot de productie van type 7422. Ze zijn hier afgebeeld met koplampen van het type D en H. |
 |
|
 |
Achterlichten. Hierboven staan twee vooroorlogse typen afgebeeld (advertentie 1936). Het links afgebeelde exemplaar is uit 1939. Omstreeks 1950 werd in Nederland een nieuw achterlicht van het type 7292 geïntroduceerd. Dit was een aluminium achterlicht waarbij een deel van het kunststof glaasje met b.v. een muntstuk kon worden losgedraaid, zodat het lampje verwisseld kon worden. Het daarnaast afgebeelde type 7291 komt uit een Engelse folder en is vermoedelijk alleen voor de buitenlandse markt geproduceerd. |
|

|
Dankwoord
Met dank aan het Philips company archief voor de hulp bij het bestuderen van de dossiers over rijwielverlichting. Bronnen: De bedrijfsgegevens komen uit het Philips company archief. De afbeeldingen grotendeels uit het Philips company archief en deels uit mijn eigen verzameling. De afbeelding van de Noblita set is afkomstig van André Koopmans.
Theo de Kogel
Bron: Philips Company Archief
|