Bloemen houden van fietsen

Artikel uit uitgave 4, 2010

In 1883 ontmoetten de Haarlemse Vélocipède club met de Engelsman C.H. Bingham en de Haagse club De Ooievaars met de Engelsman D. Webster elkaar halverwege hun tocht tussen Haarlem en Den Haag. Niet alleen de Engelse deelnemers, maar elke wielrijder zal op de route door de bollenvelden vanaf de hoge-bi of driewieler genoten hebben van kleur, geur en fleur. Hun ontmoeting leidde tot de oprichting van de Nederlandsche Velocipède Club, die twee jaar later werd omgedoopt in ANWB, onder leiding van Bingham. De bollenvelden hadden ook op Amsterdamse fietsclubs een grote aantrekkingskracht. Damesleden konden met fiets en picknickmand met de trein naar Haarlem om zich dan bij de heren aan te sluiten. Onderweg versierden ze hun breedgerande hoeden met bloemen en droeg men bloemenslingers die kwekers te koop aanboden. De bollenstreek was bij fietsers favoriet.

>

In 1896 nam de gemeente Bloemendaal contact op met de Noord- en Zuid-Hollandse afdeling van de ANWB en stelde voor om in het voorjaar gezamenlijk een bloemenoptocht te organiseren. Het werd een groots bloemenfeest dat een overweldigend aantal bezoekers trok en in de pers lovend werd gepresenteerd als een promotie voor het fietsen, de stad Haarlem en de bollenstreek; de optocht kreeg de naam bloemencorso. Als eerste zag men de uitbeelding van de geschiedenis van de fiets van snelvoeter via de hoge-bi tot de veiligheidswieler met houten, massief rubberen en luchtbanden. Daarna kwamen diverse doelgroepen van berijders zoals de toerist, de militaire rijder en de wielrenner, en vervolgens een lange stoet van fietsclubs, vaak in uniforme kleding. De fietsen waren met bloemen versierd en de berijders droegen bloemenkransen, de vrouwen rond de hoed en de mannen als sjerp.

Het succes bracht in 1898 de Commissie voor de inhuldigingsfestiviteiten van koningin Wilhelmina ertoe de ANWB in te schakelen om een dergelijk corso op 10 september in Den Haag te organiseren. Uiteraard moest dit groter en feestelijker worden, met tribunes, muziek, gratis fietsvervoer per trein en herinneringsmedailles voor de deelnemers; de kosten ervan werden op 10.000 gulden begroot. Na enige aarzeling was men royaal en loyaal en het feest ging door. Een belangrijke blikvanger was de Haagse damesfietsclub honi soit qui mal y pense, die een gouden medaille won. De dames droegen een lange witte japon, een hoed en witte fietshandschoenen, die voor het wieleren altijd een maat groter werden gedragen. Om beschimping te voorkomen en om van hulp bij pech en ongeval verzekerd te zijn, telde de club voor begeleiding enkele manlijke leden, waar de clubnaam naar verwees.

Het corsorijden werd na Haarlem en Den Haag een nationaal gebeuren. In 1897 schreef de Nederlandsche Maatschappij voor Land- en Tuinbouw bij haar nationale tentoonstelling een prijsvraag uit in het versieren van rijwielen; de fietsen werden door de organisatie beschikbaar gesteld en de winnaar mocht hem behouden.

De fietsindustrie leverde voor de damesfiets een puntig toelopend vaasje dat aan het stuur geklemd werd waarin veldbloemen mee naar huis werden genomen voor een droogboeket of om in het herbarium te bewaren. Bloemen hoorden nationaal gezien bij de fiets.

Bij de tentoonstelling De Vrouw (1813-1913) stond in 1913 nog een fietscorso op het programma. Een jaar later brak de eerste wereldoorlog uit; nadien bleek het corso rijden uit de tijd te zijn.

bloemen2

De auteur Koos Steendijk op 10 jarige leeftijd bij een feestelijke optocht tijdens een bevrijdingsfeest in 1945

 

 

 

 

 

 

 

Toch nam ik in 1945 tijdens het bevrijdingsfeest als 10-jarig meisje, gekleed in een jurkje dat gemaakt was van rode, witte en blauwe lappen, deel aan de feestelijke optocht van versierde fietsjes, autopetten en poppenwagens.

Tegenwoordig komt men in Amsterdam en elders jonge vrouwen tegen op de moderne transportfiets waarvan de mand met bloemen is versierd, maar … ze zijn van plastiek.

Met de kaart uit Syrië van Michael van Asten lijkt het een internationale trend te zijn

bloemen3Michael van Asten maakte deze foto op 2 juli in Damascus, Syrië, tijdens de bruiloft van zijn zoon Michiel en diens bruid Rouba. Daarbij wordt volgens lokaal gebruik de hele ouderlijke woning van de bruid versierd met bloemen. Zelfs de fiets van de benedenbuurman mocht delen in de feestvreugde. Het betreft een Chinese fiets naar Engels model, voorzien van een ingenieus kinderzitje.

Het kettingslot en het stoeltje aan de stang zou ook historisch onder het motto fietsendiefstal en kindervervoer kunnen worden toegelicht, maar: fietsen houden van bloemen!

J. Steendijk-Kuypers